« Niet aanraken » is ongetwijfeld de formule die ons het meest verwijst naar de wereld van de kunst, het museum en de tentoonstelling.
Etiketten, slagbomen, glas of alarmsignalen zijn allemaal systemen die ons duidelijk moeten maken dat de werken niet aanraken maar bekijken, of met de ogen aanraken.
Het strelen van het werk met de ogen is het uitgangspunt van deze tentoonstelling, om de synergetische dimensie van een werk en het ontwaken van de zintuigen die het biedt te benadrukken.
Door de werken te richten op hun materialiteit en niet op hun symbolische betekenis, draait deze tentoonstelling om de begrippen materialiteit, zintuiglijk spel en gevoelige vraagstelling. Hier spelen de kunstenaars met onze voorstellingen en bieden ze geïncarneerde impressies, versteende moults, genoeg om het oog van de kijker te misleiden.
Deze werken, een artistiek organisch, decoratief lichaam, trekken zowel het oog als de hand en tonen de porositeit van de zintuigen in een massa vlees en esthetische vormen.
Deze tentoonstelling, opgevat als een laboratorium van de zintuigen, is speels en vleselijk, waar manipuleerbare artefacten ter beschikking worden gesteld aan de aanraking, de blik en de interpretatie van de toeschouwer. Hier begrijpen we de werken door ons te laten verrassen door hun texturen, hun organen en hun aspecten, zoveel sleutels van de waarneming waarmee onze kunstenaars de materialiteit en de representatie van het lichaam verkennen.